Voor alle klassen

De volgende voorwaarden voor goede zorg gelden voor alle Samen naar School-klassen.

Als zorgbestuurder ben je formeel zorgaanbieder

Om zorg te kunnen bieden, moet je als zorgbestuurder van een Samen naar School-klas formeel voldoen aan de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza, voorheen WTZi). Dit betekent dat jij zorgaanbieder bent en instaat voor goede zorg. Je bent transparant over wat je doet naar alle betrokkenen. De Wtza kent een meldplicht en een vergunningsplicht. Welke op jouw klas van toepassing is, kun je nazoeken op de website Toetreding zorgaanbieders.

Een andere mogelijkheid is dat je een bestaande zorginstelling vraagt om als bestuurder van je klas op te treden. Ook dan voldoe je immers aan de voorwaarde om formeel een zorgaanbieder te zijn.

Overigens is een derde mogelijkheid dat er geen zorgpartij nodig is, omdat de leerlingen in de klas met weinig zorg toe kunnen. Het gaat dan bijvoorbeeld alleen om een logopedist of een fysiotherapeut die af en toe in de klas komt. De ouders betalen deze zorg via hun zorgverzekeraar.

Er zijn zorgmedewerkers aanwezig in de klas

Samen naar School-klassen hebben geschoolde zorgmedewerkers in dienst. Daarnaast maken ze gebruik van vrijwilligers. Onderwijs- en zorgmedewerkers voeren gezamenlijk taken uit en versterken elkaar. De eerste groep coördineert de onderwijstaken, de tweede de zorg- en/of (brede) ontwikkelingstaken. Voor voorbehouden verpleegtechnische handelingen – zoals vervanging van het toedieningssysteem van sondevoeding – is een professional met een BIG-registratie nodig. Heeft de klas zo iemand niet in dienst, dan is het mogelijk om speciaal voor deze handelingen een verpleegkundige een bezoek te laten brengen aan de klas. Dat kan een verpleegkundige zijn die de ouders inhuren via hun zorgverzekering of hun persoonsgebonden budget.

Vaak moet er een zorgprofessional met een SKJ-registratie zijn

Is er een contract met de gemeente in het kader van de Jeugdwet, dan moet je klas in veel gevallen beschikken over een professional met een SKJ-registratie. Dat wil zeggen dat deze medewerker een vermelding heeft in het beroepsregister voor jeugdprofessionals. Overigens verschilt het per gemeente of dit een harde eis is of niet. Het is ook afhankelijk van de zorgtaken die worden uitgevoerd in de klas of de registratie nodig is.

De SKJ-geregistreerde medewerker hoeft niet vast in dienst te zijn. Hij of zij kan periodiek worden ingehuurd om zorgplannen goed te keuren. Er zijn Samen naar School-klassen die samenwerken met bijvoorbeeld een gedragsdeskundige die ook voor andere instellingen werkt.

Er is een zorgplan voor elke leerling

Elke leerling van de Samen naar School-klas krijgt een zorgplan (ook wel ontwikkelplan genoemd). Daarin staan de ontwikkelingsdoelen van het kind of de jongere. De ouders keuren het plan goed. De onderwijsgefinancierde klassen breiden het zorgplan uit tot een onderwijszorgplan. Daarin staat welke doelen uit welke leerlijnen worden nagestreefd.

Voor pgb-zorg is er een overeenkomst met de ouders

Als de zorg in de klas wordt betaald uit het persoonsgebonden budget van een leerling, dan is er een zorgovereenkomst met de ouders nodig. Het genoemde zorgplan (ontwikkelplan of ondersteuningsplan) is onderdeel van deze overeenkomst.

Maken de ouders gebruik van een pgb uit de Jeugdwet, dan moet de gemeente de overeenkomst goedkeuren. Is het pgb toegekend vanuit de Wlz, dan moet er goedkeuring komen van het regionale zorgkantoor dat namens de rijksoverheid deze wet uitvoert. Het is goed om te weten dat wat de ene gemeente of het ene zorgkantoor goedkeurt, kan worden afgekeurd door een andere gemeente of door een ander zorgkantoor. Het is daarom aan te bevelen om conceptcontracten vooraf te bespreken. Let er daarbij op dat je via de indicaties die de gemeente goedkeurt, uitkomt op een reëel tarief (alleen een indicatie voor ‘daghulp intensief’ is bijvoorbeeld niet voldoende).

Na goedkeuring van de zorgovereenkomst keert in alle gevallen de Sociale Verzekeringsbank (SVB) het pgb uit. Dat gebeurt via het PGB Portaal van de rijksoverheid. De betaling van de facturen van de Samen naar School-klas gebeurt (met een fiat van de budgethouder) ook via dit portaal.

Een systeem dat de ontwikkelingen van leerlingen laat zien

Elke klas maakt digitaal inzichtelijk hoe er aan ontwikkelings- en leerdoelen wordt gewerkt. Ouders kunnen in het digitale systeem kijken. Hoe de klas het inricht, verschilt. Het kan een eenvoudig zorgsysteem zijn, maar ook een combinatie van een zorg- en leerlingvolgsysteem. Vaak kun je voor beide het gangbare systeem Parnasys gebruiken. Voor het onderwijs kun je daarin desgewenst gebruikmaken van de Plancius-leerlijnen en van de leerlijnen voor zeer moeilijk lerende kinderen van de CED-Groep. Het Samen naar Schoolnetwerk heeft zelf (in samenwerking met Stichting het Gehandicapte Kind) een inclusieve leerlijn en een leerlingvolgsysteem ontwikkeld, genaamd IPIO-Z. De leerlijnen van de CED-Groep en Plancius vormden hiervoor de basis.

Verantwoording afleggen over de geboden zorg

Goed bestuur en toezicht zijn belangrijke voorwaarden voor goede zorg. De Governancecode Zorg is een instrument voor zorgorganisaties om (via zeven principes) het bestuur en toezicht in te richten.

De overheid vraagt zorgaanbieders om jaarlijks verantwoording af te leggen over de geboden zorg. Dat kan met een jaarrekening, een accountantscontrole en (in sommige gevallen) een gesprek met de gemeentelijke contractmanager. Niet alle zorgaanbieders zijn verplicht om alle verantwoordingsdocumenten op te stellen. Meer informatie hierover is te vinden via de website Jaarverantwoording zorg. Ook de gemeente en het regionale zorgkantoor kunnen vragen om verantwoording. Dat doen ze als er (respectievelijk) sprake is van een contract in het kader van de Jeugdwet of in het kader van de Wet langdurige zorg.

Als je een Wtza-vergunning aanvraagt, kan het zijn dat je verplicht bent ook een (interne) Raad van Toezicht te hebben. Meer informatie vind je op de website Toetreding zorgaanbieders  en via www.wtza.pmpsupervisor.com.

Samen naar School-klassen kunnen bezoek krijgen van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Deze toezichthouders toetsen de naleving van de Wtza. De frequentie van de controles door de IGJ en de NZa is afhankelijk van verschillende factoren, zoals het risicoprofiel van de zorgaanbieder, eventuele signalen over misstanden en de sector waarin de zorgaanbieder actief is. Er zijn klassen die nooit controle krijgen.

Voldoen aan andere wet- en regelgeving in de zorg

Er zijn ook andere wetten en regels vanuit de zorg waaraan alle klassen moeten voldoen. Voorbeelden daarvan zijn:

• AGB-code: een administratieve code die nodig is om zorg te kunnen declareren (deze is niet nodig bij een pgb)
• Medicatiebeleid
• Incidentmelding (Mic), bijvoorbeeld voor als een kind valt of een medewerker verwondt
• Een Vecozo-account voor beveiligd berichtenverkeer (niet nodig bij een pgb)
• Risico-inventarisatie & -Evaluatie (RIE): een wettelijk verplicht instrument dat veiligheids- en gezondheidsrisico’s in kaart brengt (niet verplicht als je alleen Wlz/pgb zorg verleent)
• Meldcode huiselijk geweld
• Voorschriften voor het testen van hulpmiddelen- en materialen
• Klachtenprocedure