Geld uit de zorg

Geld uit de zorg 

Als Samen naar School-klas kun je ook geld krijgen vanuit het zorgstelsel. Hiervoor zijn verschillende bronnen: 

  • De Jeugdwet – dit loopt via de gemeente  
  • De Wet langdurige zorg (Wlz) – dit gaat via het regionale zorgkantoor dat namens de rijksoverheid de wet uitvoert 
  • De zorgverzekeringswet – dit gaat via de zorgverzekering van de ouders van de leerling 

Geld toegekend vanuit de Jeugdwet 

Via de Jeugdwet is er geld beschikbaar voor kinderen en jongeren onder de 18 jaar met een beperking. Het geld is bedoeld voor bijvoorbeeld dagbesteding, logeren, individuele begeleiding of persoonlijke verzorging (hulp bij wassen en aankleden).  

Een kind of jongere krijgt een indicatie voor de Jeugdwet van de gemeente. Vervolgens kan het geld voor zorg op twee manieren worden uitgekeerd: 

  1. Via zorg in natura (zin) 

De gemeente waarin het kind woont sluit een contract af met de zorgbestuurder van de Samen naar School-klas. Deze bestuurder moet dan wel formeel de status van zorgaanbieder hebben. Het verschilt per gemeente of er betaald wordt per geleverd uur zorg óf via een lumpsumbedrag (totaalbedrag). Aan beide opties kleven voor- en nadelen: 

  • Vergoedingen per uur worden niet uitbetaald als een kind niet in de klas aanwezig is, terwijl je vaste kosten (bijvoorbeeld voor personeel) wel doorlopen. Dit risico kun je wel verwerken in je tarieven. Het is daarbij heel belangrijk dat je op de juiste producten inschrijft, want dat voorkomt dat je in financiële problemen komt.  
  • De lumpsumvergoeding is een vast geldbedrag voor een bepaald aantal kinderen. Als er gedurende de contractperiode meer kinderen bijkomen of er is meer zorg nodig, dan kan het niet toereikend zijn en moet je soms risico’s nemen.  

Daar komt bij dat je als Samen naar School-klas doorgaans met verschillende gemeenten te maken krijgt en veel tijd kwijt bent aan procedures en afspraken maken.  

  1. Via een persoonsgebonden budget (pgb) 

Als ouders de door de gemeente gecontracteerde zorg ongeschikt vinden, dan kunnen ze een persoonsgebonden budget krijgen voor een kind onder de 18 jaar. Met dat budget kopen ze zelf de benodigde zorg in, bijvoorbeeld bij een Samen naar School-klas. Ook de ouders kunnen betalen per geleverd uur, of via een vast bedrag, afhankelijk van de tarieven van de Samen naar School-klas. 

Ouders en klas sluiten hiervoor een zorgovereenkomst af. Als de gemeente deze overeenkomst goedkeurt, dan loopt de betaling via het landelijke PGB Portaal van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Ouders ontvangen het persoonsgebonden budget via dit portaal en de Samen naar School-klas gebruikt het om facturen te innen. De SVB controleert de tarieven en de administratieve processen.  

Jeugdwet gecombineerd met zorgverzekeringswet 

Het kan voorkomen dat voor een kind of jongere de financiering via de Jeugdwet niet voldoende is, omdat de medische aandoening van de leerling vraagt om meer zorg. Zo kan er een verpleegkundige met het kind meekomen in de klas die wordt gefinancierd vanuit de zorgverzekeringswet, dus via de zorgverzekering van de ouders. Er is dan sprake van een combinatie van de Jeugd- en zorgverzekeringswet (dit kan alleen met een indicatie voor de Jeugdwet, niet als het kind een indicatie heeft voor de Wet langdurige zorg). De verpleegkundige is in dit geval verantwoordelijk voor de medische zorg van de leerling en staat los van zorg of onderwijs. 

Geld toegekend vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) 

De Wlz regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare kinderen en volwassenen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening. De criteria voor een Wlz-indicatie zijn zwaarder dan die voor de Jeugdwet. Voor veel jonge kinderen wordt eerst een indicatie aangevraagd voor de Jeugdwet, waarna als het nodig is, de Wlz in beeld komt. De beoordelaar van een aanvraag voor een Wlz-indicatie is het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ kent bij een positieve beslissing ook een ‘zorgprofiel’ toe. Hoeveel zorg vervolgens nodig is en welk budget daarbij hoort, wordt nader bepaald in overleg met de ouders van het kind.  

Wie eenmaal een indicatie heeft gekregen, heeft die meestal voor het leven (het zorgprofiel kan wel veranderen). De rijksoverheid vergoedt dan bijna alle zorg vanuit de Wlz. Ook het geld uit de Wlz wordt op verschillende manieren uitgekeerd: 

  1. Zorg in natura (zin) 

Het regionale zorgkantoor dat namens de rijksoverheid de Wlz uitvoert, sluit contracten af met zorgaanbieders (in dit geval met de Samen naar School-klas).  

  1. Ook vanuit de Wlz is er een persoonsgebonden budget (pgb) 

Hiermee kunnen ouders van kinderen of jongeren (ook boven de 18 jaar) zelf bepalen bij wie ze de zorg inkopen. Ze betalen per geleverd uur of per dagdeel. Ouders en de Samen naar School-klas sluiten een zorgovereenkomst af. Als het regionale zorgkantoor deze goedkeurt, dan loopt de betaling via het landelijke PGB Portaal van de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Ouders ontvangen het persoonsgebonden budget via dit portaal en de Samen naar School-klas gebruikt het om facturen te innen. De SVB controleert de tarieven en de administratieve processen. 

Bied dagdelen aan, geen uren 

Klassen kunnen dagdelen aanbieden in plaats van uren. Een dagdeel loopt bijvoorbeeld van 8.30 uur tot 12.30 uur. Komt een ouder om 14 uur een kind halen, dan worden twee dagdelen in rekening gebracht. Dit is om de rust in de klas te bewaren én om de administratieve lasten in te perken. Ouders zijn zich er zeer van bewust of ze een halve of een hele dag afnemen. Ze geven het tijdig door, zodat het rooster erop kan worden aangepast. Uiteraard berekenen de klassen het tarief voor een dagdeel wel op basis van het uurtarief dat wettelijk geldt voor het PGB. 

Geld toegekend door de zorgverzekeraar 

Tot slot kan de zorgverzekeraar van de ouders de kosten vergoeden van (bijvoorbeeld) een verpleegkundige of een fysiotherapeut die voor een leerling in de school komt. Dit heet eerstelijnszorg – het gaat om zorgverleners die niet in dienst zijn van de Samen naar School-klas. De ouders zijn en blijven verantwoordelijk voor deze vorm van ondersteuning, ze zijn er nauw bij betrokken en regelen de betaling via hun zorgverzekeraar. Ouders doen er goed aan hun polis te checken om te kijken wat deze afdekt. Bij tweedelijnszorg gaat het om een medewerker die in dienst is van de klas of van de school.  

Uitzonderlijk: geld toegekend vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 

De Wmo is grotendeels gericht op mensen vanaf 18 jaar die zelfstandig wonen en thuis hulp nodig hebben (denk aan hulp bij het huishouden, woningaanpassingen, dagbesteding of logeeropvang).  

Het komt een enkele keer voor dat een Samen naar School-klas in het voortgezet onderwijs (met leerlingen boven de 18 jaar) te maken krijgt met geld uit deze bron. Ook de Wmo kent het onderscheid tussen zorg in natura en het persoonsgebonden budget.